Geschiedenis

De M1 Karabijn

De Verenigde Staten ontwikkelden de M1-karabijn vrij snel aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. De Blitzkrieg-tactiek van de Duitsers, die in het begin van deze oorlog werd toegepast, had aangetoond dat door de snelle tank- en troepenbewegingen de niet-gevechts- en ondersteuningstroepen toch vrij snel bij de gevechtshandelingen betrokken konden raken. Het M1911-pistool werd gezien als een ineffectief wapen bij echte gevechtshandelingen, en een lichte karabijn zou veel effectiever zijn.

De schatting was dat er 500.000 stuks karabijnen nodig zouden zijn tijdens de oorlog. De M1-karabijn was voornamelijk bedoeld voor gebruik door het achterste echelon en ondersteunende troepen, zoals militaire politie (MP’s), medici, officieren en ander personeel dat niet in staat was om het M1-Garand-geweer bij zich te dragen

De M1-karabijn werd ontwikkeld door Winchester. Hoewel zij aanvankelijk geen deelnemer waren aan de eerste series van de proeven van het US Light Rifle Program, kwam hun ontwerp later tot stand.

Dit gebeurde toen Rene Studler, hoofd van het Ordnance Department, Winchester’s M2-geweerprototype zag. Dit prototype was een lichtgewicht semiautomatisch geweer in kaliber .30-06 en was bedoeld om te concurreren met de M1 Garand.

Hij drong er bij Winchester op aan om het Model M2-geweer aan te passen en alsnog mee te doen aan het US Light Rifle programma, dat oen in 1941 al aan de gang was.

Winchester voldeed aan zijn verzoek, het ontwerp maakte gebruik van een Garand-achtige roterende afsluiter en het korte slag-gaszuigersysteem, ontworpen door David Marshall Williams.

Het nieuwe prototype voor de M1-karabijn werd in minder dan twee weken in elkaar gezet op basis van het bestaande prototype van het Winchester M2 geweer, dit was een fantastische prestatie.

Het US Light Rifle Program

Het US Light Rifle Program was een zoektocht naar een wapen dat uiteindelijk de M1-karabijn zou worden. De wapens die meededen aan de beproevingen van dit programma zijn voor de meeste mensen grotendeels onbekend.

Het US Light Rifle Program begon op 1 oktober 1940, toen het Ordnance Department een vijf pagina’s tellende lijst vrijgaf waarin de primaire vereisten voor het nieuwe lichte geweer waren beschreven.

Deze vereisten omvatten onder andere een gewicht van niet meer dan 2,27 kg (inclusief geweerriem), een effectief bereik van 300 meter, en de mogelijkheid voor zowel semiautomatisch als volautomatisch vuren.

De geweren moesten gebruik maken van de nieuwe .30 Carbine-patroon, die samen met Winchester was ontwikkeld uit de .32 WSL-patroon, de test zouden slechts vier maanden later, op 1 Februari 1941 beginnen.

Door de vertragingen bij de productie van de nieuwe .30 Carbine-patroon werden de tests uitgesteld tot 1 mei 1941. Tegen die tijd waren er tien inzendingen beschikbaar om aan de test mee te doen. Twee van deze inzendingen werden onmiddellijk afgewezen

De Inzendingen

  • De Light Rifle die werd aangeboden door de heer Simpson van Springfield Armory deze karabijn woog 2,77 kg. dit werd te zwaar bevonden om mee te mogen doen aan de tests
  • De karabijn ingediend, door de heer George White van de Bendix Aviation Corporation dit wapen was gekamerd voor de .276 patroon en werd om die reden afgewezen en mocht niet meedoen aan de tests

Voorafgaand aan de proeven van mei 1941 trokken twee kandidaten zelf hun inzending terug. Colt’s Patent Firearms & Manufacturing uit Hartford, CT, trok zich terug omdat hun prototype niet op tijd gereed was om deel te nemen aan de tests. High Standard Manufacturing uit New Haven, CT, trok zich terug omdat hun wapen niet gekamerd was voor het vereiste kaliber.

  • De Colt Browning Light Rifle van Colt’s Patent Firearms & Manufacturing Hartford, CT
  • De High Standard Light Rifle van High Standard Manufacturing New Haven, CT

De Inzendingen voor de eerste test van het US light Rifle Programma

  • De Auto-Ordnance Light Rifle van Auto-Ordnance Corporation Bridgeport, CT
  • De Bendix-Hyde Ligt Rifle van Bendix Aviation Corporation Los Angeles, CA
  • De H&R Reising Light Rifle van Harrington & Richardson Worcester, MA.
  • De Savage Light Rifle van Savage Arms Utica, NY
  • De Springfield-Garand Licht Rifle van Springfield Armory Springfield, MA
  • De Woodhull Light Rifle van Woodhull Corporation Millington, NJ

Bij alle zes prototypes van de ingediende wapens was de spreiding bij het automatisch vuren enorm. Er werd een nieuwe deadline gesteld om de bestaande prototypes te verbeteren of zelfs nieuwe prototypes te ontwerpen en in te dienen. De eisen werden aangepast: de eis voor automatisch vuren en een magazijn met een capaciteit van 50 patronen kwam te vervallen. Ook werd het maximale toegestane gewicht van het wapen verhoogd van 2,27 kg naar 2,49 kg. Vanaf dit punt nam Winchester deel aan het US Light Rifle Program met een prototype gebaseerd op het Winchester M2 geweer.

Tussentijdse beproevingen

Nieuwe inzendingen en een gemodificeerd prototype voor de tussentijdse beproevingen in Augustus 1941 van het US Light Rifle Program waren.

  • De Turner Light Rifle van Russel J. Turner Butler, PA
    • Pluspunten : Duurzaamheid en Nauwkeurigheid
    • Minpunten : Functionaliteit en de kolf en de voorhandgreep
  • De Winchester Cal. 30 Licht Rifle “The 13 Day Winchester” van Winchester Repeating Arms New Haven, CT
    • Pluspunten : Lichte terugslag de werking van het wapen onder verschillende hoeken en de lengte van de kolf die het wapen bedekt.
    • Minpunten : Aanvoer storingen zware trekker druk en verspreid neergooien van de uitgeworpen hulzen
  • De Woodhull Light Rifle ( Gemodificeerd ) van Woodhull Corporation Millington, NJ.
    • Pluspunten : Duurzaamheid
    • Minpunten : De werking van het wapen was verbeterd maar nog niet acceptabel deze was teveel afhankelijk van een zeer glad gepolijste kamer van de loop en het wapen had een zware teruslag.

Er kwam nog een inzending op 8 September1941 voor een verkorte beproeving namelijk :

  • De Auto-Ordnance Light Rifle ( gemodificeerd ) van Aouto-Ordnance Corporation Bridgeport, CT
    • kleine onderdelen, moeilijke montage – demontage van het wapen.
    • Wapen is uitgesloten van verdere deelname aan de laatste tests van het US- Light Rifle Program in September 1941

De laatste test van het Us Light Rifle Programma

Deze begonnen op 15 september 1941 tot 30 september 1941, er moest een definitieve beslissing worden genomen welke inzending als de nieuwe karabijn zou worden geaccepteerd er deden aan de laatste beproevingen nog 5 prototypes mee :

  • De Hyde-Inland Light Rifle ( Gemodificeerde Bendix ) van Inland Division of General Motors Dayton, OH
    • Minpunten : De montage en demontage, was inferieur aan het eerste prototype van Hyde-Inland
  • De Reising Light Rifle ( Gemodificeerd ) van Harrington & Richardson Worcester, MA.
    • Pluspunten : Eenvoudig ontwerp, werking van het wapen over het algemeen zeer goed tot uitstekend, eenvoudige montage en demontage
    • Minpunten : De werking van het wapen was gevoelig voor vuil, het spannen van de afsluiter met de hand gaat moeilijk.
  • De Springfield-Garand Light Rifle ( Gemodificeerd ) van Springfield Armory Springfield, MA
    • Pluspunten : Eenvoudig ontwerp, nauwkeurig en eenvoudige montage en demontage van het wapen
    • Minpunten : De werking van het wapen werd beïnvloed door het aantal ketsers en het wapen was gevoelig voor vervuiling door kruitslijm
  • De Turner Light Rifle ( Gemodificeerd ) van Russel J. Turner Butler, PA
    • Pluspunten : Eenvoudig ontwerp
    • Minpunten : Werking van het wapen
  • De Winchester Cal. .30 Light Rifle ( verbeterde prototype ) Winchester Repeating Arms New Haven, CT
    • Pluspunten : Excellente werking van het wapen.
    • Minpunten : onbekend

De Light Rifle tests uitgevoerd op Aberdeen Proving Ground eindigden op 25 september 1941, op 30 September 1941 beoordeelde de commissie de testresultaten en stemde unaniem in met de inzending van Winchester (met enkele kleine wijzigingen), tegen het einde van de dag had het Ordnance Technical Committee de inzending van Winchester goedgekeurd als de nieuwe karabijn .30m1.

De inzending van Winchester was nog steeds een prototype toen het werd gekozen als de winnaar van het US Light Rifle Program door het Ordnance Technical Committee, vanaf hier moest het verfijnen van het ontwerp van de M1 Karabijn nog beginnen met vervolgens het genereren van de onderdeeltekeningen en productietekeningen tekeningen  welke de verschillende hoofdaannemers in de verschillende delen van het land in staat moesten stellen karabijnen met verwisselbare onderdelen en dezelfde normen te bouwen, hiervoor waren alleen de twee prototypes van Winchester beschikbaar als referentiemateriaal.

Winchester kon onmogelijk alle karabijnen bouwen die nodig waren voor de oorlog productie, de Amerikaanse regering huurde tijdens de tweede wereldoorlog nog een tiental aannemers in om de grote productie aantallen van de M1 Karabijn te kunnen realiseren, van deze aannemers was de Inland divisie van General Motors verreweg de grootste producent, nog 9 andere aannemers buiten Winchester en Inland produceerden de M1 Karabijn geen van deze aannemers eerder een vuurwapen gemaakt.

  • IBM
  • Underwood Elliot Fisher Company
  • Rock-Ola Manufacturing Corporation.
  • Quality Hardware and Machine Corp.
  • Irwin-Pedersen Arms Company Inc.
  • National Postal Meter Company Inc.
  • The Standard Products Company.
  • Saginaw Steering Gear Division van General Motors ( Saginaw , Michigan ).
  • Saginaw Steering Gear Division van General Motors ( Grand Rapids, Michigan ).

Halverwege 1941 was de productie op volle gang en werden de eerste M1-karabijnen geleverd aan frontlinietroepen, er werden tijdens de tweede wereldoorlog meer dan 6 miljoen M1-karabijnen geproduceerd, tegen het einde van de tweede wereldoorlog waren er vier officiële varianten en nog een paar sub varianten geproduceerd, in 1945 stopte de militaire productie van de M1 Karabijn